Ga naar inhoud

Tekst en inhoud beschrijven de methode die door Stichting Financieel Paspoort wordt gehanteerd.

Gegevensstandaard Persoonlijke Financiën

Een grote uitdaging bij het ophalen en delen van persoonlijke gegevens is de standaardisatie. Omdat de burger in meerdere domeinen verkeert, zoals centrale en lokale overheden, banken, verzekeringen, web-gebaseerde retail etc. heeft deze te maken met meerdere standaarden.

Bij het opzetten van de Gegevensstandaard Persoonlijke Financiën (GPF) hebben wij de gegevensvraag als uitgangspunt genomen. De gegevensvraag is vaak een formulier (papier of webgebaseerd) met meerdere vragen. Deze vragen kunnen worden beantwoord door gebruik te maken van gegevens uit meerdere bronnen, die toegankelijk zijn volgens verschillende standaarden.

Binnen de GPF definieert de gegevensvrager per vraag welk gegeven uit welke bron als antwoord wordt verwacht. Doordat de gegevensvrager de plicht heeft aan te geven waar het antwoord vandaan moet komen is er geen onduidelijkheid over wat er wordt verwacht. Daarmee kunnen gereedschappen als de app FP, eenduidig op zoek naar het antwoord bij de desbetreffende bron. Dit voorkomt verwarring en foutief ingevulde formulieren met alle gevolgen van dien.

Naast het beschrijven van de standaard hoe gegevensvragen moeten worden gedocumenteerd, beschrijft de GPF ook subsets van gegevens. Deze subsets worden vooraf gedefinieerd, tussen partijen overeengekomen en bevatten alleen die gegevens die voor een gedefinieerde gegevensvraag noodzakelijk zijn en niet meer.

Deze definitie biedt de burger enige zekerheid dat er een redelijke en passende hoeveelheid aan persoonlijke gegevens bij het delen wordt overgedragen. Ook biedt deze definitie van subsets de gegevensvrager enige zekerheid dat de ontvangen gegevens passen binnen de verwerkingsovereenkomst van de ontvanger en dat de ontvangst AVG-proof is.